Algemene Voorwaarden

Algemene voorwaarden aanhangwagenbedrijven | Algemene verhuurvoorwaarden particulier | Algemene verhuurvoorwaarden zakelijk

Algemen voorwaarden BOVAG Aanhangwagenbedrijven
Vollebregt Aanhangwagens BV

De navolgende voorwaarden zijn van toepassing op elke verkoop en levering van zaken aan en ver­richtingen van diensten ten behoeve van kopers/opdrachtgevers. Afwijking van deze voorwaarden geldt alleen indien door ons schriftelijk bevestigd.

Artikel 1 - Definitie

Ter zake van het in deze voorwaarden bepaalde wordt verstaan onder een aanhangwagen: een aanhangwagen als bedoeld in het Wegenverkeersreglement met een maximaal totaal gewicht van 3500 kg, niet ingericht op het (tijdelijk) verblijf van personen en uitsluitend bestemd voor het ver­voer van zaken.

Artikel 2 - De overeenkomst

  • Alle offerten en prijsopgaven zijn louter indicatief.
  • De reparatieduur, c.q. de duur der werkzaamheden wordt slechts bij benadering opgegeven.
  • De overeengekomen leveringsdatum is zowel bij koop-, reparatie- of andere overeenkomsten een vermoedelijke datum. Bij overschrijding van de vermoedelijke datum in de koopovereen­komst kan de koper de verkoper schriftelijk in gebreke stellen. Indien de verkoper een maand na de ingebrekestelling nog niet geleverd heeft, heeft de koper het recht de overeenkomst zonder rechterlijke tussenkomst ontbonden te verklaren. De koper dient per brief aan te geven, dat hij de overeenkomst ontbindt. Bij overschrijding of dreigende overschrijding van de bij benadering opgegeven termijn in een reparatieovereenkomst, dient de opdrachtnemer de opdrachtgever hiervan onmiddellijk op de hoogte te stellen, onder opgave van de nieuwe termijn van aflevering.
  • Prijswijzigingen ten gevolge van bijvoorbeeld wijzigingen in rechte, belastingen, accijnzen, fabrieks- en/of importeursprijzen en/of valutakoersen mogen te allen tijde in de overeengekomen koopprijs worden doorberekend. De koper heeft na kennisgeving van deze wijziging het recht de overeenkomst te ontbinden in het geval een verhoging van de bedongen prijs door de verkoper plaatsvindt binnen drie maanden na het sluiten van de overeenkomst. De ontbinding dient binnen één week na die kennisgeving plaats te vinden.
  • Bij andere overeenkomsten dan een koopovereenkomst is de overeengekomen prijs indicatief. Indien de indicatief opgegeven prijs met meer dan 10% wordt of dreigt te worden overschreden dan dient de opdrachtnemer contact met de opdrachtgever op te nemen teneinde de meerkosten te bespreken. De opdrachtgever is in dat geval gerechtigd de overeenkomst te beëindigen onder schadeloosstelling van de opdrachtnemer voor de reeds door hem verrichte werkzaamheden.
  • De koper heeft de bevoegdheid de koopovereenkomst te annuleren, ongeacht of de verkoper in zijn verplichtingen tekort is geschoten. Deze annulering kan alleen schriftelijk binnen 48 uur na het sluiten van de koopovereenkomst plaatsvinden. De koper is gehouden om binnen één week na deze annulering de verkoper alle schade die hij ten gevolge van de annulering lijdt te vergoeden. Deze schade is voor een normale standaard aanhangwagen 15% en voor een maat­werk aanhangwagen afwijkend van de standaard 30% van de koopprijs van de geannuleerde aanhangwagen. Indien de koper binnen 10 dagen deze schadevergoeding niet heeft betaald, heeft de verkoper het recht de koper schriftelijk mee te delen dat hij nakoming van de gesloten overeenkomst verlangt. In dat geval kan de koper geen beroep meer doen op de annulering. De verplichting van de koper tot betaling van deze schadevergoeding is een schuld in de zin van artikel 3 van deze leverings- en betalingsvoorwaarden.

Artikel 3 • Betaling

  • De schulden van de kopers/opdrachtgevers aan ons worden beschouwd als brengschulden.
  • Tenzij schriftelijk uitdrukkelijk anders wordt overeengekomen, moet betaling contant geschieden bij het afleveren van zaken resp. onmiddellijk na het verrichten van diensten.
  • Indien partijen hebben afgezien van contante betaling en niet uitdrukkelijk schriftelijk een mo­ment van betaling zijn overeengekomen, geldt een betalingstermijn van één maand.
  • De consument dient het verschuldigde bedrag te betalen vóór het verstrijken van de betalingsda­tum. Doet hij dat niet, dan zendt de ondernemer na het verstrijken van die datum een kosteloze betalingsherinnering en geeft de consument de gelegenheid binnen veertien dagen na ontvangst van deze betalingsherinnering het openstaande bedrag alsnog te betalen.
    Als na het verstrijken van de betalingsherinnering nog steeds niet is betaald, is de ondernemer gerechtigd rente in rekening te brengen vanaf het moment van verzuim. Deze rente is gelijk aan de wettelijke rente. Door een partij te maken gemaakte gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten om betaling van een schuld af te dwingen, kunnen aan de wederpartij in rekening worden gebracht. De hoogte van deze kosten is onderworpen aan (wettelijke} grenzen. Daarvan kan in het voordeel van de consument worden afgeweken.
  • Ongeacht ons recht van retentie zal het ons bij het uitvoeren van een reparatieopdracht waarbij het in rekening te brengen bedrag ten minste€ 450,- bedraagt, vrijstaan voor de uitvoering een voorlopige of gedeeltelijke betaling te vorderen, waarbij met betrekking tot onderdelen de vooruitbetaling niet meer dan 50% van de koopsom zal bedragen. De opdrachtgever is gerech­tigd zekerheid te stellen in de vorm van een bankgarantie of een andere voor ons aanvaardbare zekerheid.
  • Indien na uitvoering van de ons opgedragen werkzaamheden en kennisgeving daarvan aan de opdrachtgever het betreffende object niet binnen twee weken na laatst bedoeld tijdstip is afge­haald, zijn wij gerechtigd om stallingskosten c.q. opslagkosten in rekening te brengen conform het in ons bedrijf c.q. ter plaatse geldende tarief.
  • Vervangen materialen of zaken worden alleen dan aan de opdrachtgever ter beschikking gesteld, indien zulks bij de reparatieopdracht uitdrukkelijk is verzocht. In het andere geval worden deze materialen ons eigendom zonder dat de opdrachtgever op enigerlei vergoeding ter zake aan­spraak kan maken.

Artikel 4 – Garantie

  • De reparateur garandeert de goede uitvoering van de door hem aangenomen of uitbestede opdrachten en daarbij gebruikte materialen gedurende een periode van drie maanden, te re­kenen vanaf het tijdstip dat de aanhangwagen weer ter beschikking van de opdrachtgever is gesteld. De garantie omvat het alsnog op de juiste wijze uitvoeren van de niet of niet deugdelijk uitgevoerde opdracht. Indien de alsnog door de reparateur uit te voeren werkzaamheden niet meer mogelijk of zinvol zijn, heeft de opdrachtgever recht op een redelijke schadevergoeding. De garantie geldt binnen de Europese Unie, tenzij opdrachtgever aantoont dal de elders opgetreden defecten niet zijn veroorzaakt door de van de Europese Unie afwijkende omstandigheden aldaar (inferieure wegen etc.}.
  • Door de garantie vermeld in dit artikel worden de wettelijke rechten (waaronder het recht inge­volge Boek 7 van het B.W. dat de zaak bij aflevering aan de overeenkomst beantwoordt} die een koper/opdrachtgever niet handelend in de uitoefening van beroep of bedrijf uit dien hoofde heeft, onverlet gelaten.
  • Geen garantie wordt verstrekt op opgedragen noodreparaties.
  • De aanspraken op de garantie vervallen indien:
    1. De opdrachtgever niet zo spoedig mogelijk na het constateren van de gebreken de reparateur daarvan in kennis stelt;
    2. De opdrachtgever de aanhangwagen zwaarder heeft beladen dan het voor de desbetreffende aanhangwagen maximaal toelaatbare gewicht;
    3. De reparateur niet in de gelegenheid wordt gesteld de gebreken alsnog te verhelpen;
    4. Derden zonder voorkennis of toestemming van de reparateur werkzaamheden hebben verricht die in verband staan met de door de reparateur verrichte werkzaamheden ten aanzien waarvan een beroep op de garantie wordt gedaan. De opdrachtgever dient zich voor de uitvoering van de garantie altijd tot de reparateur te wenden, tenzij de noodzaak tot onmiddellijk herstel zich elders heeft voorgedaan en door de opdrachtgever aan de hand van de door de andere reparateur verstrekte gegevens en/of aan de hand van de kapotte onderdelen kan worden aangetoond. Indien herstel in Nederland plaatsvindt, dient de reparateur eveneens lid van BOVAG Aanhang­wagenbedrijven te zijn. Het hiervoor onder c. en d. gestelde is niet van toepassing indien herstel in het buitenland noodzakelijk is. In dat geval vindt vergoeding van de kosten van het herstel plaats op basis van het prijspeil zoals dit in het bedrijf van de reparateur geldt. Deze vergoeding bedraagt nimmer meer dan de werkelijk gemaakte kosten.

  • In het kader van de BOVAG-onderhoudsgarantie kan de opdrachtgever gedurende de overeen­ gekomen garantietermijn ter zake van geschillen betreffende de verrichte werkzaamheden een schriftelijk beroep doen op bemiddeling door BOVAG Bemiddeling (Postbus 1100, 3980 DC Bunnik}.
  • Op nieuwe aanhangwagens en op nieuwe onderdelen is uitsluitend de garantie van toepassing die door de fabrikant c.q. importeur wordt verstrekt.
  • Op los geleverde gebruikte onderdelen wordt nimmer garantie verstrekt.
  • Enige verdere of andere garantie, dan in dit artikel uitdrukkelijk omschreven, nemen wij niet op ons.
  • Onze aansprakelijkheid terzake van overeenkomsten, waarop deze voorwaarden van toepassing zijn verklaard, beloopt te allen tijde ten hoogste het door de opdrachtgever aan ons betaalde of verschuldigde bedrag terzake van de betrokken werkzaamheden en leveranties. Onze aan­sprakelijkheid eindigt, zodra aan de door ons bewerkte aanhangwagens of onderdelen hiervan zonder onze toestemming reparaties of veranderingen zijn of worden uitgevoerd of indien de aanhangwagen zwaarder wordt beladen dan het voor de desbetreffende aanhangwagen maxi­maal toelaatbare gewicht. Op deze bepaling zal geen beroep worden gedaan voor zover deze in strijd zou komen met dwingendrechtelijke bepalingen terzake van transacties met natuurlijke personen, die niet handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf.

 

Artikel 5 - Eigendomsvoorbehoud

De geleverde aanhangwagen of andere zaak blijft eigendom van de verkoper zolang de koper al hetgeen hij op grond van de koopovereenkomst is verschuldigd niet ten volle heeft voldaan. Zolang de aanhangwagen of andere zaak niet in eigendom op de koper is overgegaan, is de koper verplicht de wettelijk voorgeschreven verzekeringen met betrekking tot het gebruik van de aanhangwagen alsmede een verzekering tegen geheel of gedeeltelijk verlies (cascodekking} af te sluiten. De koper is voorts verplicht de geleverde aanhangwagen voor zijn rekening te doen onderhouden.

De verkoper zal tot generlei vrijwaring van de koper voor diens aansprakelijkheid als houder van de aanhangwagen gehouden zijn. Anderzijds vrijwaart de koper de verkoper voor aanspraken, die derden op de verkoper zouden mogen hebben en die in verband kunnen worden gebracht met het gemaakte eigendomsvoorbehoud.

Artikel 6 - Het Retentierecht

In geval van reparatie kan de reparateur het retentierecht uitoefenen op de zaak, indien de op­drachtgever de kosten van de werkzaamheden aan de zaak niet of niet in zijn geheel voldoet, ook indien het kosten van eerder door de reparateur verrichte werkzaamheden aan dezelfde of aan een andere zaak betreft. De reparateur kan het retentierecht niet uitoefenen indien de opdrachtgever voldoende (vervangende} zekerheid heeft gesteld.

Artikel 7 - Verkoop met inkoop

Indien bij verkoop van een nieuwe aanhangwagen of ander zaak tegen inkoop van een gebruikte aanhangwagen c.q. andere zaak de koper in afwachting van de inlevering van de nieuwe aanhang­wagen of andere zaak, het oude blijft gebruiken, wordt laatstgenoemde aanhangwagen of andere zaak eerst eigendom van verkoper nadat de feitelijke levering daarvan aan verkoper heeft plaatsge­vonden. Zolang de koper de zaak blijft gebruiken, komt deze geheel voor zijn rekening en risico.

Artikel 8 - Verwerking Persoonsgegevens

De persoonsgegevens van koper/opdrachtgever die worden vermeld op deze overeenkomst worden door verkoper/reparateur verwerkt overeenkomstig de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Aan de hand van deze verwerking kan verkoper/reparateur: de overeenkomst uitvoeren, de garantieverplichtingen jegens koper/opdrachtgever nakomen,

koper/opdrachtgever optimale service verlenen, tijdelijk voorzien van product informatie en gepersonaliseerde aanbiedingen doen. Tegen verwerkingen ten behoeve van direct mailing wordt het eventueel door koper/opdrachtgever bij verkoper/reparateur aan te tekenen verzet gehonoreerd.

Versie: februari 2013

 

Download de voorwaarden

Algemene voorwaarden aanhangwagenbedrijven | Algemene verhuurvoorwaarden particulier | Algemene verhuurvoorwaarden zakelijk

Algemene verhuurvoorwaarden BOVAG Aanhangwagenbedrijven( Particulier)
Vollebregt Aanhangwagens BV

Deze Algemene Voorwaarden van BOVAG Aanhangwagenbedrijven zijn tot stand gekomen in overleg met de Consumentenbond en de ANWB in het kader van de SER Coördinatiegroep Zelfregulerings-overleg en treden in werking per 1 juli 2016.

Begripsomschrijving

In deze voorwaarden wordt verstaan onder:

Het gehuurde: de aanhangwagen en/of de andere zaak, inclusief de accessoires die worden gehuurd; Aanhangwagen: een aanhangwagen als bedoeld in de Wegenverkeerswetgeving, niet zijnde een caravan, met een maximaal totaal gewicht van 3500 kg. Een caravan is ingericht op het (tijdelijk) verblijf van personen, waar de aanhangwagen uitsluitend bestemd is voor het vervoer van zaken of paarden;

Huurder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die als huurder de huurovereenkomst sluit; Verhuurder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon lid van BOVAG Aanhangwagenbedrijven die als verhuurder de huurovereenkomst sluit;

Consument: de huurder die een natuurlijk persoon is en de huurovereenkomst heeft gesloten voor doeleinden die buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit vallen;

Schade van de verhuurder: de vermogensschade die verhuurder lijdt als gevolg van:

beschadiging (inclusief abnormale slijtage) of vermissing van het gehuurde of van toebehoren (zoals sloten en sleutels van (compartimenten binnen) het gehuurde) of onderdelen daarvan. Tot deze schade behoren onder meer de kosten van vervangen van (toebehoren en onderdelen van) het gehuurde en het derven van huurinkomsten; met of door het gehuurde aan persoon of goed toege-bracht nadeel, waarvoor de verhuurder, de kentekenhouder of de aansprakelijkheidsverzekeraar van het gehuurde jegens derden aansprakelijk is;

Bovenhoofdse schade: schade van de verhuurder veroorzaakt door aanrijding met het deel van het gehuurde dat zich op een hoogte van meer dan 1.90 meter boven de grond bevindt of door aanrijding met op het gehuurde bevestigde zaken die zich op meer dan 1.90 meter boven de grond bevinden;

Bestuurder: de feitelijk bestuurder van het voertuig dat het gehuurde trekt;

Schriftelijk: in geschrift of elektronisch;

WAM: Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen.

Artikel 1 - Toepasselijkheid

Deze algemene voorwaarden gelden voor huurovereenkomsten van voertuigen tussen verhuurder en huurder.

Artikel 2 - Het aanbod

  1. Huurder mag kiezen of verhuurder een aanbod schriftelijk of mondeling doet.
  2. Een aanbod mag herroepen worden als het aanbod afhankelijk is van de beschikbaarheid van een voertuig. Anders kan het aanbod 14 dagen lang niet herroepen worden.
  3. Het aanbod bevat een volledige en nauwkeurige omschrijving van:
    • het gehuurde;
    • de huurtermijn;
    • de huursom;
    • de wijze van betalen;
    • de mogelijk bijkomende kosten, zoals schoonmaakkosten (zie art. 10 lid 2);
    • de hoogte van het eigen risico, of dit eigen risico kan worden afgekocht of niet;
    • de eventuele waarborgsom of andere manier van het stellen van zekerheid. De waarborgsom kan contant of op een andere wijze worden betaald.
  1. In het aanbod staan de openingstijden van het bedrijf en het telefoonnummer waarop het bedrijf te bereiken is.
  2. Bij het aanbod zitten deze algemene voorwaarden. Lukt het niet deze al mee te geven bij het aanbod, dan worden de algemene voorwaarden bij het sluiten van de overeenkomst meegegeven, maar bij een telefonisch gemaakte huurafspraak volgen ze later.
  3. Op het zelfde moment dat het aanbod wordt gedaan, krijgt huurder ook te horen:
    • welke trekkracht de trekkende auto zal moeten hebben,
    • tot welk gewicht het gehuurde mag worden beladen,
    • welk rijbewijs noodzakelijk is om met het gehuurde te mogen rijden.

 

Artikel 3 - De overeenkomst

  1. De overeenkomst komt tot stand door aanvaarding van het aanbod. De verhuurder bevestigt de mondelinge overeenkomst schriftelijk, maar als dat niet gebeurt, blijft de afspraak wel staan.
  2. De huurovereenkomst geldt voor de periode en het tarief zoals op de huurovereenkomst staat of zoals op een andere manier overeengekomen. De huurovereenkomst vermeldt dag en tijdstip waarop de huurperiode begint en eindigt.
  3. Het kan zijn dat partijen afspreken dat er voor meer dan € 15.000,- aan waardevolle spullen met het gehuurde vervoerd mogen worden. Het (eventueel verhoogde) maximum bedrag staat op de huurovereenkomst. Ook wordt er verwezen naar een beperking op de aansprakelijkheid uit art. 13 lid 2 van deze algemene voorwaarden.

Artikel 4 - Ontbinding (bedenktijd)

Huurders hebben gedurende 14 dagen na het tot stand komen van de huurovereenkomst een ontbindingsrecht. Dit geldt niet als de huurovereenkomst is gesloten in direct contact tussen verhuurder en huurder binnen een verkoopruimte, bijvoorbeeld aan de verhuurbalie. Het geldt ook niet wanneer de huur met instemming van de consument tijdens de bedenktijd al is uitgevoerd en de consument heeft ingestemd met het feit dat er geen ontbindingsrecht geldt. Is de huur tijdens de bedenktermijn met instemming van de consument gedeeltelijk uitgevoerd, dan geldt dat de consument de dienst naar rato betaalt bij ontbinding tijdens de bedenktijd.

Artikel 5 - De prijs en de prijswijzigingen

  1. De huursom en eventuele bijkomende kosten worden vooraf overeengekomen. Dit geldt ook voor de eventuele mogelijkheid om tussentijds de prijs te kunnen veranderen. De huursom en de eventuele bijkomende kosten komen duidelijk op de huurovereenkomst te staan.
  2. Als binnen drie maanden na het sluiten van de overeenkomst een prijswijziging optreedt, heeft deze geen invloed op de afgesproken prijs.
  3. De consument mag de overeenkomst ontbinden als de prijs omhoog gaat ná drie maanden na het sluiten van de overeenkomst, maar voordat de huurperiode is begonnen.
  4. Het tweede lid is niet van toepassing op prijswijzigingen die uit de wet voortvloeien, zoals een verhoging vanwege btw.
  5. Tijdens de huurperiode betaalt de huurder de kosten vanwege het gebruik van het gehuurde.
  6. Alleen kosten die afgesproken zijn, kunnen aan huurder in rekening worden gebracht. Wel moet de huurder als daar een reden voor is aan de verhuurder schadevergoeding betalen.

Artikel 6 – De huurperiode en de overschrijding van de huurperiode

  1. Huurder moet het gehuurde op de dag en tijd waarop de huurperiode eindigt terugbrengen. Het adres staat op de huurovereenkomst. Is er een ander adres afgesproken, dan moet het gehuurde daar op tijd worden gebracht. Verhuurder moet het gehuurde, tijdens openingstijden, in ontvangst nemen.
  2. De huurder mag het gehuurde slechts met toestemming van de verhuurder buiten openingstijden of op een ander adres terugbrengen.
  3. Afspraken over het eerder terugbrengen van het gehuurde binnen de overeengekomen huurperiode zijn vrijblijvend.
  4. 4Komt het gehuurde niet volgens afspraak terug na het einde van de (eventueel verlengde) huurperiode, dan kan de verhuurder het gehuurde onmiddellijk terugnemen. De contractuele verplichtingen van de huurder blijven bestaan tot het moment dat het gehuurde aan verhuurder terug is gegeven.
  5. Als huurder het gehuurde niet op tijd inlevert, mag de verhuurder de huurder 20% van de daghuurprijs in rekening brengen voor elk uur dat het gehuurde te laat terug komt. Na overschrijding met vijf uur kan per dag tot 1½ keer de daghuurprijs in rekening worden gebracht. Daarnaast kan de verhuurder om een vergoeding voor schade vragen, zowel voor schade die bestaat, als voor schade die nog zal volgen. Als het onmogelijk is en blijft het voertuig terug te geven, dan wordt geen hogere huurprijs in rekening gebracht. De verhoging van de huurprijs geldt niet als huurder aantoont dat de overschrijding van de huurtermijn het gevolg is van overmacht.

Artikel 7 – Annulering

  1. Als een overeenkomst wordt geannuleerd door de huurder, dan kan de verhuurder de volgende annuleringskosten in rekening brengen:
    • bij annulering tot de 30e dag (exclusief) voor de dag van verhuur: de aanbetaling met een maximum van 10% van de huursom;
    • bij annulering vanaf de 30e dag (inclusief) tot de 7e dag (exclusief) voor de dag van verhuur: 30% van de huursom;
    • bij annulering vanaf de 7e dag (inclusief) tot de 3e dag (exclusief) voor de dag van verhuur: 50% van de huursom;
    • bij annulering vanaf de 3e dag (inclusief) tot 1 dag (exclusief)
      voor de dag van verhuur: 90% van de huursom;
    • bij annulering vanaf minder dan 1 dag voor de dag van verhuur: de volle huursom.

Artikel 8 – Betaling

  1. Bij het begin van de huur kan de verhuurder om betaling van een waarborgsom vragen.
  2. De waarborgsom wordt in principe terug betaald binnen 1 werkdag nadat het gehuurde is ingeleverd. De verhuurder kan de dan nog openstaande kosten verrekenen.
  3. In geval van schade van de verhuurder wordt dit ook met de waarborgsom verrekend. Dit terugbetalen zal plaatsvinden zodra duidelijk is welk bedrag er over is. Het terugbetalen gebeurt binnen twee maanden, maar in geval van schade aan derden binnen zes maanden.
  4. Als een andere persoon schade van verhuurder heeft veroorzaakt en verhuurder heeft van deze derde een volledige schadevergoeding hiervoor gekregen, dan wordt de waarborgsom binnen 14 dagen na het verhaal van de schade geretourneerd. Verhuurder zal zich inspannen om schade veroorzaakt door derden zo spoedig mogelijk te verhalen. Verhuurder houdt de huurder op de hoogte van zijn inspanningen.
  5. Als de huurperiode binnen drie maanden na het sluiten van de overeenkomst begint, dan kan de verhuurder vooruitbetaling tot 50% van de huur vragen. Tenzij anders is overeengekomen, dient de huursom onmiddellijk na afloop van de huurperiode betaald te worden. Andere bedragen moeten betaald worden binnen tien dagen na ontvangst van de factuur. De huurder dient het verschuldigde bedrag te betalen vóór het verstrijken van de betalingsdatum. Doet hij dat niet, dan zendt de verhuurder na het verstrijken van die datum een kosteloze betalingsherinnering en geeft de huurder de gelegenheid binnen veertien dagen na ontvangst van deze betalingsherinnering het openstaande bedrag alsnog te betalen.
    Als na het verstrijken van de betalingsherinnering nog steeds niet is betaald, is de verhuurder gerechtigd rente in rekening te brengen vanaf het moment van verzuim. Deze rente is gelijk aan de wettelijke rente.Door een partij te maken gemaakte gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten om betaling van een schuld af te dwingen, kunnen aan de wederpartij in rekening worden gebracht. De hoogte van deze kosten is onderworpen aan (wettelijke) grenzen. Daarvan kan in het voordeel van de huurder worden afgeweken.

Artikel 9 - Verplichtingen huurder

  1. De huurder moet netjes met het gehuurde omgaan en zorgen dat hij het gehuurde gebruikt zoals dat bedoeld is. Het is bijvoorbeeld verboden om het gehuurde te gebruiken op een circuit, op een terrein waarvoor het gehuurde niet geschikt is, of op een terrein waarbij vermeld staat dat je er voor eigen risico op gaat.
  2. Huurder moet het gehuurde inleveren in dezelfde staat als hij het heeft ontvangen. Dat betekent bijvoorbeeld dat de huurder eventuele veranderingen aan het gehuurde ongedaan moet maken. Huurder heeft geen recht op vergoeding als hij verbeteringen aan het gehuurde heeft gedaan die verwijderd moeten worden.
  3. Huurder moet de bagage aan/op het gehuurde zorgvuldig vastmaken en met zorg afdekken.
  4. Huurder moet er op letten dat niet iemand met het gehuurde rijdt die hiertoe niet in staat is vanwege een lichamelijke of geestelijke beperking. Dit geldt ook voor iemand die niet bevoegd is om het trekkende voertuig te besturen. Huurder mag het gehuurde verder alleen aan iemand geven, als deze als bestuurder op het huurcontract staat.
  5. Huurder mag het gehuurde niet doorverhuren.
  6. Het is huurder toegestaan het gehuurde buiten de landsgrenzen van Nederland te brengen indien het landen betreft die op de groene kaart van het trekkende voertuig vermeld staan, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen met verhuurder.
  7. Als het gehuurde kapot is, geldt artikel 10 lid 3 en mag de huurder het gehuurde niet meer gebruiken als dit het erger maakt. Het gehuurde mag ook niet langer gebruikt worden, als dit slecht is voor de verkeersveiligheid.
  8. Huurder is verplicht om de bestuurder en de personen die hij het gehuurde laat gebruiken te wijzen op de regels van de verhuur en er op te letten dat deze zich hier ook aan houden.
  9. Huurder dient onder meer zorgvuldig om te gaan met de bij het gehuurde behorende sloten en sleutels en de bij het gehuurde behorende documenten (zoals het kentekenbewijs en de grensdocumenten).
  10. Huurder moet een WA-verzekering hebben voor het trekkende voertuig waarmee het gehuurde wordt getrokken.

Artikel 10 - Instructies voor de huurder

  1. Huurder moet de bandenspanning van het gehuurde op niveau (laten) houden. Vraagt de verhuur-der aan huurder om het gehuurde voor normaal onderhoud in te leveren, dan doet huurder dat, wanneer dit op een normale manier voor hem te regelen valt. De vraag om het voertuig voor onderhoud af te geven, wordt niet gesteld als de huurperiode een maand of korter is.
  2. Huurder moet het gehuurde schoon terug geven. Doet huurder dit niet, dan kunnen de reële schoonmaakkosten in rekening worden gebracht.
  3. Is het gehuurde zichtbaar kapot, heeft het gehuurde iets beschadigd, of raakt het gehuurde vermist, dan moet huurder deze instructies opvolgen.
    • huurder informeert de verhuurder hierover;
    • huurder doet dat wat de verhuurder aan hem vraagt;
    • huurder geeft uit eigen initiatief of in reactie op een verzoek alle inlichtingen en relevante documenten aan de verhuurder of aan diens verzekeraar;
    • huurder laat het gehuurde zo achter, dat deze behoorlijk beschermd zal zijn tegen beschadiging of vermissing;
    • het kan zijn dat verhuurder schadevergoeding van iemand anders wil vragen. Het kan ook voorkomen dat een derde persoon vindt dat verhuurder hem een schadevergoeding moet betalen en dat verhuurder hier tegen in wenst te gaan. In dit soort gevallen moet huurder meewerken.
  1. Bij ongevallen, beschadiging of vermissing van het gehuurde is huurder daarnaast verplicht:
    • om melding te doen bij de politie ter plaatse;
    • om zo spoedig mogelijk een volledig ingevuld en ondertekend schadeaangifteformulier aan verhuurder over te leggen;
    • om op geen enkele manier schuld te erkennen.
  1. Huurder moet verhuurder zo spoedig informeren over:
    • dat er iets gebeurd is waardoor er schade aan, of schade met of door het gehuurde is gekomen, of dat dit soort schade best eens zou kunnen gaan ontstaan;
    • het kapot gaan van het gehuurde;
    • de vermissing van het gehuurde of van onderdelen/ toebehoren;
    • dat huurder op een andere manier de macht over het gehuurde of over dat wat er bij hoort kwijt is geraakt;
    • dat er beslag is gelegd op het gehuurde;
      en over andere omstandigheden waarover verhuurder redelijkerwijs geïnformeerd moet worden.
  1. Het kan zijn dat autoriteiten, zoals de politie, aan verhuurder vragen om te zeggen wie er op een bepaald moment het gehuurde heeft bestuurd of gebruikt. Komt dit voor, dan moet huurder zo snel mogelijk vragen van verhuurder beantwoorden.

Artikel 11- Verplichtingen verhuurder

  1. Op het moment dat de verhuurder het gehuurde aan huurder meegeeft, heeft het gehuurde de overeengekomen accessoires en specificaties en ook de in Nederland verplicht gestelde uitrusting. De banden van het gehuurde hebben het juiste profiel. Ook zal het gehuurde de juiste bandenspanning hebben. Het gehuurde zal schoon zijn, goed onderhouden zijn en voor zover bij verhuurder bekend of kenbaar in technisch goede staat.
  2. Verhuurder stelt samen met huurder voorafgaand aan de verhuur een rapport op waarbij eventuele schade die zich al aan het gehuurde bevindt, wordt aangegeven.
  3. Verhuurder geeft huurder de vereiste documenten mee, voor de start van de huurperiode.
  4. Verhuurder zorgt dat er in het gehuurde een Nederlandstalige instructie ligt en ook een overzicht van telefoonnummers waar huurder zich binnen en buiten openingstijden kan melden.
  5. Op het gehuurde staat te lezen op welk niveau de bandenspanning dient te worden gehouden.
  6. Verhuurder inspecteert het gehuurde direct bij inlevering door huurder op eventuele schade. Dit geldt zowel bij inlevering van het gehuurde bij de eigen vestiging als bij inlevering van het gehuurde op een andere vestiging.
  7. In geval van schade aan het gehuurde in het buitenland zijn de kosten van repatriëring van het gehuurde voor rekening van verhuurder, tenzij het tweede lid van artikel 12 van toepassing is, of tenzij partijen hebben afgesproken, dat het gehuurde niet in het buitenland gebruikt mag worden.

Artikel 12 - Aansprakelijkheid van de huurder voor schade

  1. Huurder is voor schade van de verhuurder per schadegeval aansprakelijk tot het op het huurcontract vermelde eigen risico. Bij het gehuurde tot 3500 kilogram is het eigen risico in geval van bovenhoofdse schade maximaal € 1500,- . Bij de huur van een paardentrailer is het eigen risico bij bovenhoofdse schade echter maximaal € 2000,-. Bij andere schadegevallen is het eigen risico maximaal € 1000,-.
  2. Wanneer de schade volgt uit iets wat de huurder in strijd met artikel 9 wel of niet heeft gedaan, dan moet huurder de schade van verhuurder in principe volledig vergoeden. Een eerste mogelijke uitzondering hierop is dat huurder bewijst dat dit handelen of nalaten aan hem niet toegerekend kan worden. Een tweede uitzondering zou kunnen zijn dat het niet redelijk en billijk is als de huurder alles moet vergoeden. Een derde uitzondering staat in lid
  3. Lid 2 geldt niet, als er volgens de voorwaarden van de WAM-verzekeringsovereenkomst dekking bestaat voor de vermogensschade van de verhuurder die ontstaat omdat deze verhuurder/ de kentekenhouder/ de verzekeraar van het gehuurde kan worden aangesproken voor schade van iemand die met of door het gehuurde zelf persoonlijk gewond is geraakt, of wiens eigendom beschadigd is.
  4. Als huurder een andere persoon het gehuurde laat gebruiken, bijvoorbeeld omdat deze persoon het trekkend voertuig bestuurt, is huurder aansprakelijk voor wat deze persoon doet of juist niet doet in overeenstemming met artikel 12 lid 1 en 2 van deze algemene voorwaarden. Ook al hadden deze personen niet de instemming van huurder voor hun gebruik.

Artikel 13 - Gebreken aan het gehuurde en aansprakelijkheid van de verhuurder

  1. Wanneer huurder aan verhuurder vraagt om gebreken op te lossen, moet verhuurder dit in principe doen. Dit hoeft niet als een gebrek echt niet verholpen kan worden. Het hoeft ook niet, wanneer huurder dit redelijkerwijs eigenlijk niet van verhuurder kan vragen, gelet op het geld dat verhuurder hiervoor zou moeten uitgeven. Als huurder ten opzichte van verhuurder aansprakelijk is voor het gebrek of voor de gevolgen van het gebrek, hoeft de verhuurder de gebreken ook niet op te lossen, zelfs al heeft de huurder hier wel om gevraagd.
  2. Verhuurder is niet aansprakelijk voor schade aan vervoerde zaken door een gebrek aan het gehuurde wanneer de totale waarde van die vervoerde zaken hoger is dan € 15.000,-, tenzij dit hogere maximum bedrag is afgesproken.
    Wanneer iemand die persoonschade heeft opgelopen deze schade heeft kunnen verhalen op diens schadeverzekeraar of wanneer zo iemand hier een andere uitkering voor heeft gekregen, dan is verhuurder niet aansprakelijk voor deze persoonschade.
  1. Dat wat in artikel 13 lid 2 staat, gaat echter niet op als verhuurder bij het maken van de huurafspraak van de gebreken wist of had moeten weten, of als er gebreken zijn ontstaan door opzet of grove schuld van verhuurder.

Artikel 14 - Overheidsmaatregelen en informatie aan autoriteiten

  1. De overheid kan tijdens de huurperiode een sanctie of een maatregel opleggen en huurder moet dan voor de financiële gevolgen betalen. Dit geldt niet, wanneer deze zijn opgelegd vanwege een defect dat het gehuurde al had toen de huurperiode begon, of wanneer ze te maken hebben met omstandigheden die binnen de risicosfeer van de verhuurder liggen.
  2. Krijgt verhuurder zo’n sanctie of maatregel opgelegd, dan moet huurder meteen wanneer verhuurder hierom vraagt de schade vergoeden. Ook moet huurder dan de kosten van administratie betalen, met een minimum van € 25,- (inclusief BTW). Verhuurder dient die kosten zoveel mogelijk te beperken. Soms constateert de politie of een andere autoriteit een verkeersovertreding. Men kan dan van verhuurder informatie gaan vragen over dat wat er is gedaan of dat wat er nu juist niet is gedaan, terwijl dat wel had moeten gebeuren. Huurder moet ook hier de kosten van betalen, vanaf € 10,- (inclusief BTW).
  3. Als huurder dat wil, kan hij een kopie krijgen van het officiële document van een sanctie.

Artikel 15 - Beslag op het voertuig, vanwege administratief- / civiel- / strafrecht

  1. Alle regels van de huurafspraak blijven bestaan, ook al is er beslag gelegd op het gehuurde. Zo moet huurder bijvoorbeeld de huur blijven betalen. Dit totdat het gehuurde weer bij verhuurder is teruggekomen, zonder een beslag. Dit geldt niet, als beslag is gelegd om iets dat in de risicosfeer van verhuurder ligt.
  2. Huurder betaalt de kosten vanwege zo’n beslaglegging.

Artikel 16 - Ontbinding van de huur

  1. Verhuurder kan de huurovereenkomst beëindigen en het gehuurde terugnemen op het moment dat:
    • huurder tijdens de huurperiode een of meer van zijn verplichtingen niet, niet tijdig of niet volledig nakomt, tenzij dit niet ernstig genoeg is voor een ontbinding;
    • huurder overlijdt, onder curatele wordt gesteld, surseance van betaling aanvraagt, in staat van faillissement wordt verklaard of op hem de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen van toepassing wordt verklaard;
    • verhuurder van het bestaan van omstandigheden afweet die van zodanige aard zijn dat hij(als hij hiervan op de hoogte was geweest) de huurovereenkomst niet (op deze wijze) met huurder zou zijn aangegaan. In dat geval kan verhuurder een vergoeding van kosten, schade en rente blijven vragen.
  1. Huurder zal alle medewerking aan verhuurder verlenen om het gehuurde terug te geven.
  2. Wanneer huurder voor het begin van de huurperiode sterft, wordt de huur ontbonden.
  3. Verhuurder is niet aansprakelijk voor schade van huurder ten gevolge van ontbinding op grond van dit artikel.

Artikel 17 - Klachten en Bemiddelingsregeling

  1. Klachten over de uitvoering van de overeenkomst moeten volledig en duidelijk omschreven worden ingediend bij verhuurder, op tijd nadat huurder heeft ontdekt dat er naar zijn mening iets niet goed is gegaan. Is huurder te laat, dan kan deze zijn rechten verliezen.
  2. Wanneer blijkt dat huurder niet tevreden is met het resultaat van de klachtafhandeling door verhuurder geldt het volgende. Huurder kan een geschil binnen zes weken na het ontstaan voorleggen aan BOVAG Bemiddeling. De bemiddelingspoging gaat volgens een reglement dat huurder en verhuurder vooraf ter kennis is gebracht. Het adres van BOVAG Bemiddeling is: Postbus 1100, 3980 DC te Bunnik. Telnr. 030-659 53 95. De klacht moet wel gaan over de uitlegging of uitvoering van deze algemene huurvoorwaarden. Huurder kan er uiteraard ook voor kiezen de klacht aan de geschillencommissie voor te leggen.

Artikel 18 – Geschillenregeling

  1. Geschillen tussen huurder handelend voor doeleinden die buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteiten vallen en verhuurder over totstandkoming of de uitvoering overeenkomsten met betrekking tot door verhuurder te leveren of geleverde diensten en zaken, kunnen met inachtneming van het hierna bepaalde, zowel door huurder als verhuurder worden voorgelegd aan de Geschillencommissie Voertuigverhuur. Adres: De Geschillencommissie, Postbus 90600, 2509 LP te Den Haag (bezoekadres: Bordewijklaan 46, 2591 XR te Den Haag).
  2. Een geschil wordt door de Geschillencommissie slechts in behandeling genomen, indien huurder zijn klacht eerst tijdig bij verhuurder heeft ingediend. Een geschil ontstaat indien de klacht van huurder niet naar tevredenheid door verhuurder en/of via de bemiddelingspoging van BOVAG Bemiddeling is opgelost.
  3. Leidt de klacht niet tot een oplossing dan moet het geschil uiterlijk 12 maanden na de datum waarop de huurder de klacht bij de verhuurder indiende, schriftelijk of in een andere door de Geschillencommissie te bepalen vorm bij deze aanhangig worden gemaakt. Van een geschil is sprake nadat de klachtafhandeling door verhuurder en/of via de bemiddelingspoging van BOVAG Bemiddeling niet is opgelost.
  4. Wanneer de huurder een geschil aanhangig maakt bij de Geschillencommissie, is verhuurder aan deze keuze gebonden. Indien verhuurder een geschil aanhangig wil maken bij de Geschillencommissie, moet hij huurder vragen zich binnen vijf weken uit te spreken of hij daarmee akkoord gaat. Verhuurder dient daarbij aan te kondigen dat hij zich na het verstrijken van de voornoemde termijn vrij zal achten het geschil bij de rechter aanhangig te maken.
  5. De Geschillencommissie doet uitspraak met inachtneming van de bepalingen van het voor haar geldende reglement. De beslissingen van de Geschillencommissie geschieden krachtens dat reglement bij wege van bindend advies. Het reglement wordt desgevraagd toegezonden. Voor de behandeling van een geschil is een vergoeding verschuldigd.
  6. Uitsluitend de rechter dan wel de hierboven genoemde Geschillencommissie is bevoegd van geschillen kennis te nemen.

Artikel 19 – Nakomingsgarantie

  1. BOVAG staat garant voor de nakoming van de bindende adviezen door haar leden indien verhuurder geen gevolg geeft aan het bindend advies, tenzij het lid besluit het bindend advies binnen twee maanden na de verzending ervan, ter toetsing aan de rechter voor te leggen en het vonnis waarbij de rechter het bindend advies onverbindend verklaart in kracht van gewijsde is gegaan.
  2. De garantstelling van BOVAG betreft een door BOVAG uit te keren bedrag van maximaal € 1000,- tegen cessie van de vordering van huurder. Bij bedragen groter dan € 1000,- per geschil, keert BOVAG onder dezelfde voorwaarden het maximale bedrag van € 1000,- uit aan huurder. Voor het meerdere wordt huurder aangeboden om zijn vordering aan BOVAG te cederen, waarna BOVAG de betaling daarvan zo nodig in rechte zal vragen. BOVAG verbindt zich in dat geval om geïncasseerde gelden aan huurder over te dragen.
  3. De garantstelling bedoeld onder lid 2 geldt niet indien een rechter het bindend advies vernietigt. In geval van faillissement, surseance van betaling of bedrijfsbeëindiging van verhuurder keert BOVAG alleen een bedrag tot maximaal € 1000,- per geschil uit en geldt de garantstelling alleen als huurder aan de formele verplichtingen heeft voldaan om het geschil bij de Geschillencommissie Voertuigverhuur aanhangig te maken voordat van een dergelijke situatie sprake is.

Artikel 20 - Verwerking van persoonsgegevens van de huurder en van de bestuurder

De persoonsgegevens die worden vermeld op het contract worden door verhuurder als verantwoordelijke in de zin van de Wet Bescherming Persoonsgegevens verwerkt in een persoonsregistratie. Aan de hand van deze verwerking kan verhuurder op sancties en maatregelen zoals bedoeld in art. 14 reageren, uitvoering geven aan deze voorwaarden, de overeenkomst uitvoeren, huurder of bestuurder optimale service en actuele productinformatie geven en huurder of bestuurder gepersonaliseerde aanbiedingen doen. Huurder en bestuurder kunnen om inzage en correctie met betrekking tot de verwerkte persoonsgegevens verzoeken en verzet aantekenen. Betreft het direct mailing, dan zal een dergelijk protest steeds worden gehonoreerd.

Als verhuurder meedoet aan het Waarschuwing Systeem ELENA (ELENA), dan kunnen de persoonsgegevens ook hier in verwerkt worden. BOVAG (postadres: Postbus 1100, 3980 DC te Bunnik) is hier namens haar afdeling Verhuurbedrijven en naast de verhuurder verantwoordelijke voor. De persoonsgegevens van huurder/proefritmaker/bestuurder kunnen in ieder geval worden opgenomen als het gehuurde wordt verduisterd, als de huur niet of niet helemaal wordt betaald en als er met opzet schade komt aan het gehuurde. Zie voor een volledige opsomming

www.bovag.nl/elena. Bij BOVAG kunnen deze personen om inzage en om correctie vragen en ook schriftelijk hun protest doen.

Artikel 21 - Toepasselijk recht

Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing, tenzij op grond van dwingend recht het recht van een ander land van toepassing is.

juli 2016

 

Download de voorwaarden

Algemene voorwaarden aanhangwagenbedrijven | Algemene verhuurvoorwaarden particulier | Algemene verhuurvoorwaarden zakelijk

Zakelijke Algemen Verhuurvoorwaarden BOVAG Aanhangwagenbedrijven
Vollebregt Aanhangwagens BV

Deze zakelijke Algemene Verhuurvoorwaarden treden in werking per 1 juli 2017.

Begripsomschrijving

In deze voorwaarden wordt verstaan onder:

Het gehuurde: de aanhangwagen en/of de andere zaak, inclusief de accessoires die worden gehuurd;

Aanhangwagen: een aanhangwagen als bedoeld in de Wegenverkeerswetgeving, niet zijnde een caravan, met een maximaal totaal gewicht van 3500 kg. Een caravan is ingericht op het (tijdelijk) verblijf van personen, waar de aanhangwagen uitsluitend bestemd is voor het vervoer van zaken of paarden;

Huurder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die als huurder de huurovereenkomst sluit voor doeleinden die binnen zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit vallen;

Verhuurder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon lid van BOVAG Aanhangwagenbedrijven die als verhuurder de huurovereenkomst sluit;

Schade van de verhuurder: de vermogensschade die verhuurder lijdt als gevolg van:

  • beschadiging (inclusief abnormale slijtage) of vermissing van het gehuurde of van toebehoren (zoals sloten en sleutels van (compartimenten binnen) het gehuurde) of onderdelen daarvan. Tot deze schade behoren onder meer de kosten van vervangen van (toebehoren en onderdelen van) het gehuurde en het derven van huurinkomsten;
  • met of door het gehuurde aan persoon of goed toegebracht nadeel, waarvoor de verhuurder, de kentekenhouder of de aansprakelijkheidsverzekeraar van het gehuurde jegens derden aansprakelijk is;

Bovenhoofdse schade: schade van de verhuurder veroorzaakt door aanrijding met het deel van het gehuurde dat zich op een hoogte van meer dan 1.90 meter boven de grond bevindt of door aanrijding met op het gehuurde bevestigde zaken die zich op meer dan 1.90 meter boven de grond bevinden;

Bestuurder: de feitelijk bestuurder van het voertuig dat het gehuurde trekt;

Schriftelijk: in geschrift of elektronisch;

WAM: Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen.

Artikel 1 - Toepasselijkheid

Deze algemene voorwaarden gelden voor huurovereenkomsten van voertuigen tussen verhuurder en huurder.

Artikel 2 - Het aanbod

  1. Huurder mag kiezen of verhuurder een aanbod schriftelijk of mondeling doet.
  2. Een aanbod mag herroepen worden als het aanbod afhankelijk is van de beschikbaarheid van een voertuig. Anders kan het aanbod 14 dagen lang niet herroepen worden.
  3. Het aanbod bevat een volledige en nauwkeurige omschrijving van:
    • het gehuurde;
    • de huurtermijn;
    • de huursom;
    • de wijze van betalen;
    • de mogelijk bijkomende kosten, zoals schoonmaakkosten (zie art. 9 lid 2);
    • de hoogte van het eigen risico, of dit eigen risico kan worden afgekocht of niet;
    • de eventuele waarborgsom of andere manier van het stellen van zekerheid. De waarborgsom kan contant of op een andere wijze worden betaald.
  1. In het aanbod staan de openingstijden van het bedrijf en het telefoonnummer waarop het bedrijf te bereiken is.
  2. Bij het aanbod zitten deze algemene voorwaarden. Lukt het niet deze al mee te geven bij het aanbod, dan worden de algemene voorwaarden bij het sluiten van de overeenkomst meegegeven, maar bij een telefonisch gemaakte huurafspraak volgen ze later.
  3. Op hetzelfde moment dat het aanbod wordt gedaan, krijgt huurder ook te horen:
    • welke trekkracht de trekkende auto zal moeten hebben;
    • tot welk gewicht het gehuurde mag worden beladen;
    • welk rijbewijs noodzakelijk is om met het gehuurde te mogen rijden.

Artikel 3 - De overeenkomst

  1. De overeenkomst komt tot stand door aanvaarding van het aanbod. De verhuurder bevestigt de mondelinge overeenkomst schriftelijk, maar als dat niet gebeurt, blijft de afspraak wel staan.
  2. De huurovereenkomst geldt voor de periode en het tarief zoals op de huurovereenkomst staat of zoals op een andere manier overeengekomen. De huurovereenkomst vermeldt dag en tijdstip waarop de huurperiode begint en eindigt.
  3. Het kan zijn dat partijen afspreken dat er voor meer dan €15.000,- aan waardevolle spullen met het gehuurde vervoerd mogen worden. Het (eventueel verhoogde) maximum bedrag staat op de huurovereenkomst. Ook wordt er verwezen naar een beperking op de aansprakelijkheid uit art. 12 lid 2 van deze algemene voorwaarden.

Artikel 4 - De prijs en de prijswijzigingen

  1. De huursom en eventuele bijkomende kosten worden vooraf overeengekomen. Dit geldt ook voor de eventuele mogelijkheid om tussentijds de prijs te kunnen veranderen. De huursom en de eventuele bijkomende kosten komen duidelijk op de huurovereenkomst te staan.
  2. Als binnen drie maanden na het sluiten van de overeenkomst een prijswijziging optreedt, heeft deze geen invloed op de afgesproken prijs.
  3. De huurder mag de overeenkomst ontbinden als de prijs omhoog gaat ná drie maanden na het sluiten van de overeenkomst, maar voordat de huurperiode is begonnen.
  4. Het tweede lid is niet van toepassing op prijswijzigingen die uit de wet voortvloeien, zoals een verhoging vanwege btw.
  5. Tijdens de huurperiode betaalt de huurder de kosten vanwege het gebruik van het gehuurde.
  6. Alleen kosten die afgesproken zijn, kunnen aan huurder in rekening worden gebracht. Wel moet de huurder als daar een reden voor is aan de verhuurder schadevergoeding betalen.

Artikel 5 - De huurperiode en de overschrijding van de huurperiode

  1. Huurder moet het gehuurde op de dag en tijd waarop de huurperiode eindigt terugbrengen. Het adres staat op de huurovereenkomst. Is er een ander adres afgesproken, dan moet het gehuurde daar op tijd worden gebracht. Verhuurder moet het gehuurde, tijdens openingstijden, in ontvangst nemen.
  2. De huurder mag het gehuurde slechts met toestemming van de verhuurder buiten openingstijden of op een ander adres terugbrengen.
  3. Afspraken over het eerder terugbrengen van het gehuurde binnen de overeengekomen huurperiode zijn vrijblijvend.
  4. Komt het gehuurde niet volgens afspraak terug na het einde van de (eventueel verlengde) huurperiode, dan kan de verhuurder het gehuurde onmiddellijk terugnemen.
    De contractuele verplichtingen van de huurder blijven bestaan tot het moment dat het gehuurde aan verhuurder terug is gegeven.
  1. Als huurder het gehuurde niet op tijd inlevert, mag de verhuurder de huurder 20% van de daghuurprijs in rekening brengen voor elk uur dat het gehuurde te laat terug komt.
    Na overschrijding met vijf uur kan per dag tot 1½ keer de daghuurprijs in rekening worden gebracht. Daarnaast kan de verhuurder om een vergoeding voor schade vragen, zowel voor schade die bestaat, als voor schade die nog zal volgen. Als het onmogelijk is en blijft het voertuig terug te geven, dan wordt geen hogere huurprijs in rekening gebracht.
    De verhoging van de huurprijs geldt niet als huurder aantoont dat de overschrijding van de huurtermijn het gevolg is van overmacht.

Artikel 6 – Annulering

  1. Als een overeenkomst wordt geannuleerd door de huurder, dan kan de verhuurder de volgende annuleringskosten in rekening brengen:
    • bij annulering tot de 30e dag (exclusief) voor de dag van verhuur: de aanbetaling met een maximum van 10% van de huursom;
    • bij annulering vanaf de 30e dag (inclusief) tot de 7e dag (exclusief) voor de dag van verhuur: 30% van de huursom;
    • bij annulering vanaf de 7e dag (inclusief) tot de 3e dag (exclusief) voor de dag van verhuur: 50% van de huursom;
    • bij annulering vanaf de 3e dag (inclusief) tot 1 dag (exclusief) voor de dag van verhuur: 90% van de huursom;
    • bij annulering vanaf minder dan 1 dag voor de dag van verhuur: de volle huursom.

Artikel 7 – Betaling

  1. Bij het begin van de huur kan de verhuurder om betaling van een waarborgsom vragen.
  2. De waarborgsom wordt in principe terugbetaald binnen 1 werkdag nadat het gehuurde is ingeleverd. De verhuurder kan de dan nog openstaande kosten verrekenen.
  3. In geval van schade van de verhuurder wordt dit ook met de waarborgsom verrekend. Dit terugbetalen zal plaatsvinden zodra duidelijk is welk bedrag er over is. Het terugbetalen gebeurt binnen twee maanden, maar in geval van schade aan derden binnen zes maanden.
  4. Als een andere persoon schade van verhuurder heeft veroorzaakt en verhuurder heeft van deze derde een volledige schadevergoeding hiervoor gekregen, dan wordt de waarborgsom binnen 14 dagen na het verhaal van de schade geretourneerd. Verhuurder zal zich inspannen om schade veroorzaakt door derden zo spoedig mogelijk te verhalen. Verhuurder houdt de huurder op de hoogte van zijn inspanningen.
  5. Als de huurperiode binnen drie maanden na het sluiten van de overeenkomst begint, dan kan de verhuurder vooruitbetaling tot 50% van de huur vragen. Tenzij anders is overeengekomen, dient de huursom onmiddellijk na afloop van de huurperiode betaald te worden. Andere bedragen moeten betaald worden binnen tien dagen na ontvangst van de factuur. De huurder dient het verschuldigde bedrag te betalen vóór het verstrijken van de betalingsdatum. Doet hij dat niet, dan zendt de verhuurder na het verstrijken van die datum een kosteloze betalingsherinnering en geeft de huurder de gelegenheid binnen veertien dagen na ontvangst van deze betalingsherinnering het openstaande bedrag alsnog te betalen.
    Als na het verstrijken van de betalingsherinnering nog steeds niet is betaald, is de verhuurder gerechtigd rente in rekening te brengen vanaf het moment van verzuim. Deze rente is gelijk aan de wettelijke rente.Door een partij te maken gemaakte gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten om betaling van een schuld af te dwingen, kunnen aan de wederpartij in rekening worden gebracht. De hoogte van deze kosten is onderworpen aan (wettelijke) grenzen. Daarvan kan in het voordeel van de huurder worden afgeweken.

Artikel 8 - Verplichtingen huurder

  1. De huurder moet netjes met het gehuurde omgaan en zorgen dat hij het gehuurde gebruikt zoals dat bedoeld is. Het is bijvoorbeeld verboden om het gehuurde te gebruiken op een circuit, op een terrein waarvoor het gehuurde niet geschikt is, of op een terrein waarbij vermeld staat dat je er voor eigen risico op gaat.
  2. Huurder moet het gehuurde inleveren in dezelfde staat als hij het heeft ontvangen. Dat betekent bijvoorbeeld dat de huurder eventuele veranderingen aan het gehuurde ongedaan moet maken. Huurder heeft geen recht op vergoeding als hij verbeteringen aan het gehuurde heeft gedaan die verwijderd moeten worden.
  3. Huurder moet de bagage aan/op het gehuurde zorgvuldig vastmaken en met zorg afdekken.
  4. Huurder moet er op letten dat niet iemand met het gehuurde rijdt die hiertoe niet in staat is vanwege een lichamelijke of geestelijke beperking. Dit geldt ook voor iemand die niet bevoegd is om het trekkende voertuig te besturen. Huurder mag het gehuurde verder alleen aan iemand geven, als deze als bestuurder op het huurcontract staat.
  5. Huurder mag het gehuurde niet doorverhuren.
  6. Het is huurder toegestaan het gehuurde buiten de landsgrenzen van Nederland te brengen indien het landen betreft die op de groene kaart van het trekkende voertuig vermeld staan, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen met verhuurder.
  7. Als het gehuurde kapot is, geldt artikel 9 lid 3 en mag de huurder het gehuurde niet meer gebruiken als dit het erger maakt. Het gehuurde mag ook niet langer gebruikt worden, als dit slecht is voor de verkeersveiligheid.
  8. Huurder is verplicht om de bestuurder en de personen die hij het gehuurde laat gebruiken te wijzen op de regels van de verhuur en er op te letten dat deze zich hier ook aan houden.
  9. Huurder dient onder meer zorgvuldig om te gaan met de bij het gehuurde behorende sloten en sleutels en de bij het gehuurde behorende documenten (zoals het kentekenbewijs en de grensdocumenten).
  10. Huurder moet een WA-verzekering hebben voor het trekkende voertuig waarmee het gehuurde wordt getrokken.

Artikel 9 - Instructies voor de huurder

  1. Huurder moet de bandenspanning van het gehuurde op niveau (laten) houden. Vraagt de verhuurder aan huurder om het gehuurde voor normaal onderhoud in te leveren, dan doet huurder dat, wanneer dit op een normale manier voor hem te regelen valt. De vraag om het voertuig voor onderhoud af te geven, wordt niet gesteld als de huurperiode een maand of korter is.
  2. Huurder moet het gehuurde schoon terug geven. Doet huurder dit niet, dan kunnen de reële schoonmaakkosten in rekening worden gebracht.
  3. Is het gehuurde zichtbaar kapot, heeft het gehuurde iets beschadigd, of raakt het gehuurde vermist, dan moet huurder deze instructies opvolgen:
    • huurder informeert de verhuurder hierover;
    • huurder doet dat wat de verhuurder aan hem vraagt;
    • huurder geeft uit eigen initiatief of in reactie op een verzoek alle inlichtingen en relevante documenten aan de verhuurder of aan diens verzekeraar;
    • huurder laat het gehuurde zo achter, dat deze behoorlijk beschermd zal zijn tegen beschadiging of vermissing;
    • het kan zijn dat verhuurder schadevergoeding van iemand anders wil vragen. Het kan ook voorkomen dat een derde persoon vindt dat verhuurder hem een schadevergoeding moet betalen en dat verhuurder hier tegen in wenst te gaan. In dit soort gevallen moet huurder meewerken.
  1. Bij ongevallen, beschadiging of vermissing van het gehuurde is huurder daarnaast verplicht:
    • om melding te doen bij de politie ter plaatse;
    • om zo spoedig mogelijk een volledig ingevuld en ondertekend schadeaangifteformulier aan verhuurder over te leggen;
    • om op geen enkele manier schuld te erkennen.
  1. Huurder moet verhuurder zo spoedig informeren over:
    • dat er iets gebeurd is waardoor er schade aan, of schade met of door het gehuurde is gekomen, of dat dit soort schade best eens zou kunnen gaan ontstaan;
    • het kapot gaan van het gehuurde;
    • de vermissing van het gehuurde of van onderdelen / toebehoren;
    • dat huurder op een andere manier de macht over het gehuurde of over dat wat er bij hoort kwijt is geraakt;
    • dat er beslag is gelegd op het gehuurde;en over andere omstandigheden waarover verhuurder redelijkerwijs geïnformeerd moet worden.
  1. Het kan zijn dat autoriteiten, zoals de politie, aan verhuurder vragen om te zeggen wie er op een bepaald moment het gehuurde heeft bestuurd of gebruikt. Komt dit voor, dan moet huurder zo snel mogelijk vragen van verhuurder beantwoorden.

Artikel 10 - Verplichtingen verhuurder

  1. Op het moment dat de verhuurder het gehuurde aan huurder meegeeft, heeft het gehuurde de overeengekomen accessoires en specificaties en ook de in Nederland verplicht gestelde uitrusting. De banden van het gehuurde hebben het juiste profiel. Ook zal het gehuurde de juiste bandenspanning hebben. Het gehuurde zal schoon zijn, goed onderhouden zijn en voor zover bij verhuurder bekend of kenbaar in technisch goede staat.
  2. Verhuurder stelt samen met huurder voorafgaand aan de verhuur een rapport op waarbij eventuele schade die zich al aan het gehuurde bevindt, wordt aangegeven.
  3. Verhuurder geeft huurder de vereiste documenten mee, voor de start van de huurperiode.
  4. 4. Verhuurder zorgt dat er in het gehuurde een Nederlandstalige instructie ligt en ook een overzicht van telefoonnummers waar huurder zich binnen en buiten openingstijden kan melden.
  5. Op het gehuurde staat te lezen op welk niveau de bandenspanning dient te worden gehouden.
  6. Verhuurder inspecteert het gehuurde direct bij inlevering door huurder op eventuele schade. Dit geldt zowel bij inlevering van het gehuurde bij de eigen vestiging als bij inlevering van het gehuurde op een andere vestiging.
  7. In geval van schade aan het gehuurde in het buitenland zijn de kosten van repatriëring van het gehuurde voor rekening van verhuurder, tenzij het tweede lid van artikel 11 van toepassing is, of tenzij partijen hebben afgesproken, dat het gehuurde niet in het buitenland gebruikt mag worden.

Artikel 11 - Aansprakelijkheid van de huurder voor schade

  1. Huurder is voor schade van de verhuurder per schadegeval aansprakelijk tot het op het huurcontract vermelde eigen risico. Bij het gehuurde tot 3500 kilogram is het eigen risico in geval van bovenhoofdse schade maximaal €1500,-. Bij de huur van een paardentrailer is het eigen risico bij bovenhoofdse schade echter maximaal €2000,-. Bij andere schadegevallen is het eigen risico maximaal €1000,-.
  1. Wanneer de schade volgt uit iets wat de huurder in strijd met artikel 8 wel of niet heeft gedaan, dan moet huurder de schade van verhuurder in principe volledig vergoeden. Een eerste mogelijke uitzondering hierop is dat huurder bewijst dat dit handelen of nalaten aan hem niet toegerekend kan worden. Een tweede uitzondering zou kunnen zijn dat het niet redelijk en billijk is als de huurder alles moet vergoeden. Een derde uitzondering staat in lid 3.
  2. Lid 2 geldt niet, als er volgens de voorwaarden van de WAM-verzekeringsovereenkomst dekking bestaat voor de vermogensschade van de verhuurder die ontstaat omdat deze verhuurder/ de kentekenhouder/ de verzekeraar van het gehuurde kan worden aangesproken voor schade van iemand die met of door het gehuurde zelf persoonlijk gewond is geraakt, of wiens eigendom beschadigd is.
  3. Als huurder een andere persoon het gehuurde laat gebruiken, bijvoorbeeld omdat deze persoon het trekkend voertuig bestuurt, is huurder aansprakelijk voor wat deze persoon doet of juist niet doet in overeenstemming met artikel 11 lid 1 en 2 van deze algemene voorwaarden. Ook al hadden deze personen niet de instemming van huurder voor hun gebruik.

Artikel 12 - Gebreken aan het gehuurde en aansprakelijkheid van de verhuurder

  1. Wanneer huurder aan verhuurder vraagt om gebreken op te lossen, moet verhuurder dit in principe doen. Dit hoeft niet als een gebrek echt niet verholpen kan worden. Het hoeft ook niet, wanneer huurder dit redelijkerwijs eigenlijk niet van verhuurder kan vragen, gelet op het geld dat verhuurder hiervoor zou moeten uitgeven. Als huurder ten opzichte van verhuurder aansprakelijk is voor het gebrek of voor de gevolgen van het gebrek, hoeft de verhuurder de gebreken ook niet op te lossen, zelfs al heeft de huurder hier wel om gevraagd.
  2. Verhuurder is niet aansprakelijk voor schade aan vervoerde zaken door een gebrek aan het gehuurde wanneer de totale waarde van die vervoerde zaken hoger is dan €15.000,-, tenzij dit hogere maximum bedrag is afgesproken. Wanneer iemand die persoonschade heeft opgelopen deze schade heeft kunnen verhalen op diens schadeverzekeraar of wanneer zo iemand hier een andere uitkering voor heeft gekregen, dan is verhuurder niet aansprakelijk voor deze persoonschade.
  3. Dat wat in artikel 12 lid 2 staat, gaat echter niet op als verhuurder bij het maken van de huurafspraak van de gebreken wist of had moeten weten, of als er gebreken zijn ontstaan door opzet of grove schuld van verhuurder.

Artikel 13 - Overheidsmaatregelen en informatie aan autoriteiten

  1. De overheid kan tijdens de huurperiode een sanctie of een maatregel opleggen en huurder moet dan voor de financiële gevolgen betalen. Dit geldt niet, wanneer deze zijn opgelegd vanwege een defect dat het gehuurde al had toen de huurperiode begon, of wanneer ze te maken hebben met omstandigheden die binnen de risicosfeer van de verhuurder liggen.
  2. Krijgt verhuurder zo’n sanctie of maatregel opgelegd, dan moet huurder meteen wanneer verhuurder hierom vraagt de schade vergoeden. Ook moet huurder dan de kosten van administratie betalen, met een minimum van €25,- (inclusief btw). Verhuurder dient die kosten zoveel mogelijk te beperken. Soms constateert de politie of een andere autoriteit een verkeersovertreding. Men kan dan van verhuurder informatie gaan vragen over dat wat er is gedaan of dat wat er nu juist niet is gedaan, terwijl dat wel had moeten gebeuren. Huurder moet ook hier de kosten van betalen, vanaf €10,- (inclusief btw).
  3. Als huurder dat wil, kan hij een kopie krijgen van het officiële document van een sanctie.

Artikel 14 - Beslag op het voertuig, vanwege administratief- / civiel- / strafrecht

  1. Alle regels van de huurafspraak blijven bestaan, ook al is er beslag gelegd op het gehuurde. Zo moet huurder bijvoorbeeld de huur blijven betalen. Dit totdat het gehuurde weer bij verhuurder is teruggekomen, zonder een beslag. Dit geldt niet, als beslag is gelegd om iets dat in de risicosfeer van verhuurder ligt.
  2. Huurder betaalt de kosten vanwege zo’n beslaglegging.

Artikel 15 - Ontbinding van de huur

  1. Verhuurder kan de huurovereenkomst beëindigen en het gehuurde terugnemen op het moment dat:huurder tijdens de huurperiode een of meer van zijn verplichtingen niet, niet tijdig of niet volledig nakomt, tenzij dit niet ernstig genoeg is voor een ontbinding; huurder overlijdt, onder curatele wordt gesteld, surseance van betaling aanvraagt, in staat van faillissement wordt verklaard of op hem de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen van toepassing wordt verklaard;
    • verhuurder van het bestaan van omstandigheden afweet die van zodanige aard zijn dat hij (als hij hiervan op de hoogte was geweest) de huurovereenkomst niet (op deze wijze) met huurder zou zijn aangegaan. In dat geval kan verhuurder een vergoeding van kosten, schade en rente blijven vragen.
  1. Huurder zal alle medewerking aan verhuurder verlenen om het gehuurde terug te geven.
  2. Wanneer huurder voor het begin van de huurperiode sterft, wordt de huur ontbonden.
  3. Verhuurder is niet aansprakelijk voor schade van huurder ten gevolge van ontbinding op grond van dit artikel.

Artikel 16 - Klachten en Bemiddelingsregeling

  1. Klachten over de uitvoering van de overeenkomst moeten volledig en duidelijk omschreven worden ingediend bij verhuurder, op tijd nadat huurder heeft ontdekt dat er naar zijn mening iets niet goed is gegaan. Is huurder te laat, dan kan deze zijn rechten verliezen.
  2. Wanneer blijkt dat huurder niet tevreden is met het resultaat van de klachtafhandeling door verhuurder geldt het volgende. Huurder kan een geschil binnen zes weken na het ontstaan voorleggen aan BOVAG Bemiddeling. De bemiddelingspoging gaat volgens een reglement dat huurder en verhuurder vooraf ter kennis is gebracht.
    Het adres van BOVAG Bemiddeling is: Postbus 1100, 3980 DC te Bunnik.
    Telnr. 030 - 659 53 95. De klacht moet wel gaan over de uitlegging of uitvoering van deze algemene huurvoorwaarden. Huurder kan er uiteraard ook voor kiezen de klacht aan de geschillencommissie voor te leggen.

Artikel 17 - Verwerking van persoonsgegevens van de huurder en van de bestuurder

De persoonsgegevens die worden vermeld op het contract worden door verhuurder als verantwoordelijke -mogelijk in de zin van de Wet Bescherming Persoonsgegevens- verwerkt in een persoonsregistratie. Aan de hand van deze verwerking kan verhuurder op sancties en maatregelen zoals bedoeld in art. 14 reageren, uitvoering geven aan deze voorwaarden, de overeenkomst uitvoeren, huurder of bestuurder optimale service en actuele productinformatie geven en huurder of bestuurder gepersonaliseerde aanbiedingen doen. Huurder en bestuurder kunnen om inzage en correctie met betrekking tot de verwerkte persoonsgegevens verzoeken en verzet aantekenen. Betreft het direct mailing, dan zal een dergelijk protest steeds worden gehonoreerd.

Als verhuurder meedoet aan het Waarschuwing Systeem ELENA (ELENA), dan kunnen de persoonsgegevens ook hier in verwerkt worden. BOVAG (postadres: Postbus 1100, 3980 DC te Bunnik) is hier namens haar afdeling Verhuurbedrijven en naast de verhuurder verantwoordelijke voor. De persoonsgegevens van huurder/proefritmaker/bestuurder kunnen in ieder geval worden opgenomen als het gehuurde wordt verduisterd, als de huur niet of niet helemaal wordt betaald en als er met opzet schade komt aan het gehuurde. Zie voor een volledige opsomming www.bovag.nl/elena. Bij BOVAG kunnen deze personen om inzage en om correctie vragen en ook schriftelijk hun protest doen.

Artikel 18 - Toepasselijk recht

Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing, tenzij op grond van dwingend recht het recht van een ander land van toepassing is.

 

Download de voorwaarden